Meubelindustrie
De Belgische meubelindustrie in 2023
Omzetdaling door aangetast concurrentievermogen en zwakke vraag
In de meubelindustrie daalde de omzet in 2023 met 7 % in waarde, na een stabilisatie (-0,4 %) in 2022, en bereikte 2,1 miljard euro. Het productievolume daalde met 10,9 %, terwijl de afzetprijzen met 3,9% stegen. Vanaf begin 2023 was er reeds een forse omzetdaling met -7,2 % in het eerste kwartaal. De zwakke activiteit hield het hele jaar aan. Het jaar werd afgesloten met een omzetdaling van 8,2 % in het vierde kwartaal.
Keukenmeubelen is de enige productgroep die de omzet op peil kon houden (+0,8 % in waarde); dit door een stijging van de verkoopprijzen met 8,6 %. Het productievolume daalde met 7,8 %. Alle andere productgroepen binnen de meubelindustrie kende zowel een omzetdaling in waarde als in volume. Het woonmeubilair kende een omzetdaling met 5,3 % in waarde en 10,8 % in volume. De omzet van kantoor- en winkelmeubelen (-14,6 % in waarde en -15,8 % in volume) en matrassen en bodems (-11,7 % in waarde en -13,8 % in volume) viel fors terug zowel in waarde als volume.
Evolutie van de omzet per productgroep
In mio euro - 2022 | In mio euro - 2023* | Evolutie in waarde - 23/22* | Evolutie in volume - 23/22* | |
---|---|---|---|---|
Stoelen en zitmeubelen, eetkamer-, zitkamer-, slaapkamer-, badkamer-, tuin- en terrasmeubelen | 929,5 | 880,1 | -5,3 % | -10,8 % |
Kantoor- en winkelmeubelen | 572,8 | 488,9 | -14,6 % | -15,8 % |
Keukenmeubelen | 513,5 | 517,4 | +0,8 % | -7,8 % |
Matrassen en bedbodems | 247,7 | 218,7 | -11,7 % | -13,8 % |
MEUBELINDUSTRIE ** | 2.263,5 | 2.105,1 | -7,0 % | -10,9 % |
De gestegen verkoopprijzen zijn het gevolg van de gedeeltelijke doorrekening van hogere grondstof-, materiaal-, energie- en loonkosten.
Mede door de zwakke bouwactiviteit, bleef de vraag laag met een vergelijkbare situatie op de exportmarkten.
Uitvoer en invoer van meubelen dalen
De Belgische uitvoer van meubelen (incl. doorvoer) daalde in 2023 met 10,8 %. 88,9 % van de uitvoer van meubelen gaat naar de EU-markt, waar de leveringen 11,6 % achteruitgingen. De verkoop aan Frankrijk, met een aandeel van 32,4 % de belangrijkste exportmarkt, en Nederland, met 24,4 % de tweede belangrijkste exportmarkt, viel fors terug met respectievelijk 23,7 % en 11,1 %. Op de Duitse markt, met 19 % de derde belangrijkste klant, stegen de leveringen evenwel met 14,9 %.
Het Verenigd Koninkrijk verloor zijn plaats als de belangrijkste exportmarkt buiten de EU (aandeel 2,5 %) aan de Verenigde Staten (aandeel van 2,9 %), ingevolge van de exportstijging op de Amerikaanse markt met 13 %; dit terwijl de export naar het Verenigd Koninkrijk daalde met 10,6 %.
De invoer van meubelen lag 12,7 % lager. De daling van de invoer uit China zet zich verder (-8,1 % in 2022 en -14,9 % in 2023). Toch blijft China met een aandeel van 26,4 %, de belangrijkste en zeer dominante leverancier van meubelen op onze markt. De Nederlandse (aandeel 15,9 %) en Duitse (aandeel 12,7 %) meubelinvoer daalde met respectievelijk 4,1 % en 10,2 %. Polen is de vierde belangrijkste leverancier met een aandeel van 9,2 % en hield zijn leveringen op peil (-0,7 %).
Stijging investeringen ondanks lage bezettingsgraad
De bezettingsgraad van de productiecapaciteit daalde in 2023 tot gemiddeld 73,5 %; het laagste niveau in 10 jaar tijd (82,3 % in 2022). Dit weerhield de meubelbedrijven niet van te investeren. De investeringen stegen, vooral om te voldoen aan duurzaamheidsvereisten en circulaire economie, voor het derde jaar op rij (+8 % t.o.v. 2022).
Tewerkstelling daalde
In 2023 waren 9.559 werknemers actief in de meubelindustrie. T.o.v. 2022 is dit een daling met 204 werknemers of 2,1 % ingevolge faillissementen.
Vooruitzichten voor 2024 : voorzichtig herstel
Na een historisch dieptepunt midden 2022 in gevolge de energiecrisis herstelden zowel het Belgisch als Europees consumentenvertrouwen in 2023. Belgische consumenten gaven in de recentste enquête van maart 2024 te kennen hun spaarintenties te verhogen. Een positiever sentiment leidt bijgevolg niet onmiddellijk tot meer aankopen.
De hogere hypotheek rente en gestegen prijzen maakte bouwen fors duurder. Naar verwachting zal de bouwactiviteit zich in 2024 nog niet herstellen en lichtjes verder dalen; wat ook zijn weerslag heeft op de meubelindustrie. Minder nieuwe gebouwen betekent nu eenmaal minder nieuwe inrichtingen en interieurs/exterieurs die bovendien pas op het einde van het bouwproces komen. Het is afwachten of de Europese Centrale Bank vanaf de zomer de rente zal verlagen en wanneer dit zal gevolgd worden door een eventuele daling van de hypotheek rente.
De conjunctuurcurve van de meubelindustrie die het ondernemersvertrouwen weergeeft en zo’n 3 maanden voorloopt op de werkelijke economische activiteit, daalde in maart 2024 na een stijging in januari-februari (bruto-curve). Er zijn dan ook nog weinig tekenen van herstel begin 2024.