Federal Learning Account

Federal Learning Account – een zware, nieuwe én éénzijdig opgelegde administratieve belasting voor de ondernemingen

In tegenstelling tot de administratieve vereenvoudiging die door beleidsmakers als te verwezenlijken doelstelling vooropgesteld wordt, worden ondernemingen opnieuw opgezadeld met bijkomende administratieve verplichtingen.

De wet van 20 oktober 2023 heeft de Federal Learning Account in het leven geroepen waardoor de ondernemingen de verplichting opgelegd krijgen om per kwartaal gegevens van elke werknemer te registreren, na te kijken en evt. bij te werken:

  • Nazien, aanvullen of verbeteren van het door Sigedis berekende opleidingsrecht;
  • Registeren van de door de werknemer gevolgde opleidingen, de basiskenmerken en de daaraan verbonden opleidingsdagen of –uren;
  • Verifiëren van de gegevens geregistreerd door een opleidingsverstrekker;
  • Registreren van het aantal dagen of uren dat in rekening wordt gebracht van het individueel opleidingsrecht.

Daarnaast is er de verplichting voor de werkgever om jaarlijks informatie mee te delen aan de werknemers die geen account hebben op mycareer.be of op de ebox “natuurlijke personen” over:

  • Het bestaan, de inhoud en het doel van de Federal Learning Account;
  • Via een document dat aan de werkgever ter beschikking wordt gesteld;
  • Elektronisch, of op papier indien de werknemer dit wenst.

Deze verplichting veroorzaakt bijkomend administratief werk en dus een meerkost voor onze bedrijven. Bovendien blijven bestaande verplichtingen die betrekking hebben op het registreren van opleidingen onverminderd voortbestaan (cf. registratie in het kader van Vlaams opleidingsverlof/betaald educatief verlof, registratie in de sociale balans).

Intussen worden onze ondernemingen geconfronteerd met interpretaties van wat wel en wat niet in aanmerking kan genomen worden voor de invulling van dat individueel opleidingsrecht. Zo worden onze sectorale beroepsopleidingen door de interpretatie van de FOD WASO niet in aanmerking genomen voor het individueel opleidingsrecht. Deze opleidingen beantwoorden nochtans aan de definitie van formele/informele opleidingen zoals voorzien in de wet van 3 oktober 2022 (arbeidsdeal). Nergens wordt in deze wet gesteld dat dergelijke opleidingen (georganiseerd in het kader van het betaald educatief verlof of het Vlaams opleidingsverlof) zouden uitgesloten zijn.

In 2022 hebben uit 46 textielbedrijven 1.033 werknemers deelgenomen aan sectorale beroepsopleidingen voor een totaal van 69.648 cursisturen.

In 2022 hebben uit 173 bedrijven van de houtsectoren 1.692 werknemers deelgenomen aan sectorale beroepsopleidingen voor een totaal van 145.306 cursisturen.