Arbeidsmarktbeleid

Talent, talent, talent…

In de uitvoering van het Vlaams arbeidsmarktbeleid zijn de sectorconvenants een zeer goed instrument om vanuit de sectoren (nieuwe) acties op de arbeidsmarkt te ondernemen. Via dit instrument worden bruggen geslagen tussen onderwijs en industrie (met duaal leren in het bijzonder), worden acties opgezet die het levenslang leren bevorderen en wordt diversiteit en inclusie aangemoedigd. Deze sectorconvenanten moeten behouden blijven.

Daarnaast stellen we voor om nieuwe ‘open’ oproepen te voorzien, waar kleinschaligere of intersectorale partnerschappen op kunnen intekenen om dienstverlening aan ondernemingen te ontwikkelen en aan te bieden. Eerdere projecten waaraan onze sectoren hebben geparticipeerd op dat vlak hadden betrekking op: inclusief ondernemen, diversiteit, innovatieve arbeidsorganisatie…

Daarnaast vragen we ook aandacht voor de volgende specifieke issues.

Kennisborging

Een topprioriteit – zeker voor de textielbedrijven – is kennisborging. In combinatie met de krapte op de arbeidsmarkt is de vergrijzing een wurggreep voor vele textielbedrijven. Essentiële kennis en vaardigheden dreigen verloren te gaan in de bedrijven EN het onderwijs. De meeste nieuwe medewerkers hebben geen textielkennis en -vaardigheden. Deze worden meestal in het bedrijf verworven. Het stimuleren en ondersteunen van kennisborging is daarom cruciaal om textielbedrijven concurrentieel te houden. Ook aanverwante sectoren zoals confectie, textielverzorging, meubelindustrie en sectoren waar textiel gebruikt wordt zoals de retail... hebben er alle belang bij dat textielkennis behouden blijft in onze regio.

De last en de kost om de kennis te borgen ligt op vandaag volledig op de schouders van de sector en de bedrijven. Ondersteuning vanuit de overheid is noodzakelijk. De vroegere ESF-oproep 'opleiding van de toekomst' bood geen mogelijkheden om specifieke opleidingen rond textiel te ontwikkelen. Een gemiste kans voor de sector. Bij deze vragen wij nogmaals projectfinancieringsmogelijkheden om textielkennis- en vaardigheden te borgen in Vlaanderen. Niet alleen werknemers verliezen deze competenties maar er zijn ook steeds minder instructeurs die deze kennis en vaardigheden nog hebben.

Nederlands voor anderstaligen

Gelet op de krapte op de arbeidsmarkt zijn nieuwkomers meer dan welkom in onze lidbedrijven. Essentiële voorwaarde is echter het beheersen van de taal, met het oog op het naleven van veiligheidsinstructies en het uitvoeren van werkinstructies. Anderstaligen nieuwkomers op de arbeidsmarkt de Nederlandse taal aanleren moet een beleidsprioriteit zijn.

Investeer daarom in doelmatige taalopleidingen voor nieuwkomers over alle bevoegdheidsdomeinen (inburgering, migratie, arbeidsbemiddeling, onderwijs…).

Duaal leren

Duaal leren is een zeer interessante piste. Er doen zich echter enkele knelpunten voor die dringend zouden moeten worden opgelost

  • De problematiek van de arbeidsongevallenverzekering, die integraal ten laste is van werkgever en impliceert dat een jongere die bijvoorbeeld tijdens een les lichamelijke opvoeding zijn voet breekt, ten laste komt van de arbeidsongevallenverzekering van de werkgever. Dit zou technisch moeten worden uitgeklaard met de verzekeringssector.
  • In het bedrijf waar een leerling een duaal traject loopt, kan hij/zij enkel een studentenjob uitoefenen tijdens de zomervakantie en niet tijdens andere vakantieperiodes of weekends. Dit is voor zowel bedrijven als duale leerlingen niet te begrijpen. Doorgaans is er een goede verstandhouding tussen leerling en bedrijf en zou het uitoefenen van een vakantiejob win-win zijn voor bedrijf en leerling.
  • Bedrijven worden afgeschrikt door de extra (administratieve) belasting die duaal leren met zich meebrengt. Vooral de tijd die vrijgemaakt moet worden zet een rem op de productie van het bedrijf.
  • In de houtsectoren bestaat een goed sectoraal partnerschap duaal leren. Op deze manier kunnen we vanuit de sector zelf aanvragen e.d. voor bedrijven invoeren. Wij rekenen erop dat de slagkracht van ons partnerschap niet uitgehold wordt, zodat we een noodzakelijke verbinding kunnen blijven realiseren tussen bedrijf en onderwijs.
  • Stimuleer en ondersteun intersectorale samenwerking voor duale opleidingen die niet sectorspecifiek zijn (b.v. elektromechanica, elektriciteit, onderhoudstechnieken…).
  • Scholen zouden meer aangespoord moeten worden om duale opleidingen in te richten. Een te beperkt aantal scholen die het aanbieden, zorgt ervoor dat ook het aantal leerlingen niet volgt.

Onderwijs

Voor een groot aantal leerlingen is het beroeps- en technisch secundair onderwijs het eindpunt in hun schoolse loopbaan. Toch worden deze studierichtingen ondergewaardeerd, terwijl ze wel vakmensen afleveren die een mooie beroepscarrière in onze industrie kunnen aanvatten.

Een herwaardering van deze studierichtingen dringt zich op.

De overheid zou nog meer promotie moeten voeren voor deze opleidingen die succesvol toe leiden tot de arbeidsmarkt, met de nadruk op STEM-opleidingen. Betrek sectoren en bedrijven in deze promotie van STEM-richtingen via o.m. de VLAIO STEM-Hub of Vlaamse steun voor initiatieven in Vlaamse centrumsteden die zich spiegelen aan het Talentencenter van VOKA.

Excellentiefonds

Wij pleiten voor de structurele verankering en verdere uitbouw van het excellentiefonds dat door de Vlaamse regering in het leven werd geroepen. Een initiatief als “Woodskills” zou in dit kader jaarlijks kunnen georganiseerd worden en is een meerwaarde voor de houtopleidingen van secundaire scholen en hun leerlingen.

Een diploma behalen op de werkplek

Technische scholen zouden aangemoedigd moeten worden om hun opleidingsinfrastructuur en knowhow te delen met sectoren/bedrijven voor de organisatie van opleidingen voor werknemers.

Woodwize heeft recent met succes een project afgerond met Europese steun, waardoor werknemers op de werkvloer een erkende beroepskwalificatie (gelijkwaardig met een diploma met uitzondering van algemene vakken) kunnen behalen. Bedrijven en sectoren die investeren in de opleiding en begeleiding van niet-gekwalificeerde medewerkers zouden gelet op de maatschappelijk meerwaarde van het verwerven van een beroepskwalificatie een vergelijkbare ondersteuning moeten krijgen zoals bijvoorbeeld het volwassenonderwijs.

Vlaams opleidingsverlof

Het gezamenlijk initiatiefrecht in het Vlaams opleidingsverlof zou structureel moeten worden verankerd, i.p.v. het tijdelijk te verlengen. Dit is in het belang van de bevordering van het levenslang leren.

Gezien de al te beperkte instroom van medewerkers met textiel- en hout- en meubelkennis zijn opleidingen op de werkvloer een noodzaak. Dit vergt veel inspanningen van de sectoren en de erkende mentoren die de opleidingen geven. De gestructureerde sectorale beroepsopleidingen in het kader van het Vlaams Opleidingsverlof zijn een absolute noodzaak voor onze bedrijven. De sector rekent erop dat dergelijke VOV-opleidingen op de werkplek behouden blijven.

Begeleiding en toeleiding van werkzoekenden

Wij pleiten voor verplichte opleidingstrajecten voor NEET-jongeren en het aanbieden van de geschikte incentives voor leerjobs.

Vanuit Cobot/Cefret werden de laatste jaren zelf initiatieven genomen om werkzoekenden via textiel ontdekkingsdagen en textielopleidingen basisvaardigheden aan te leren. De financiering hiervoor kwam deels van projectmiddelen (INTERREG V) en deels van sectorale middelen. Deze opleidingen werden erkend door de VDAB waardoor Vlaamse werkzoekenden hun rechten behielden tijdens de opleiding. De sector blijft aandringen op een structurele samenwerking met VDAB voor textielopleidingen en andere technische opleidingen en opleidingsstages. Financiële ondersteuning en ondersteuning op het vlak van begeleiding en toeleiding van werkzoekenden zijn daarbij een noodzaak.

Mobiliteit

Een gebrek aan mobiliteit is voor een aantal werkzoekenden of niet-actieven een groot struikelblok in het vinden van een geschikte arbeidsplaats. Het niet hebben van een rijbewijs, het niet beschikken over geschikt eigen vervoer, onbereikbaarheid of beperkte bereikbaarheid met openbaar vervoer zijn omstandigheden, waarvoor vanuit het beleid oplossingen moeten worden aangereikt.

Kinderopvang

Een kwantitatief en kwalitatief aanbod aan kinderopvangplaatsen is nodig omdat het gebrek daaraan een reële hindernis is voor werkzoekenden en niet-actieven die op zoek zijn naar werk.

Activering van niet-werkenden

In samenwerking met de arbeidsbemiddelingsdiensten en onze sectorale opleidingscentra kunnen we acties ondernemen om potentiële werknemers toe te leiden tot een tewerkstelling in onze sectoren, via kennismaking met de activiteiten en een gerichte basisopleiding.

Uitbreiding van de flexi-jobs

Het is duidelijk dat de krapte op de arbeidsmarkt een blijver is en dat alle zeilen moeten bijgezet worden om die zoveel mogelijk weg te werken. De uitbreiding van de flexi-jobs tot de ganse privésector kan daarin een nuttige bijdrage leveren.

Voor onze textiel-, hout- en meubelsectoren zijn er verschillende voordelen verbonden aan deze uitbreiding:

  • Het biedt de ondernemingen extra flexibiliteit op vlak van de arbeidsorganisatie (cf. opvangen kortstondige personeelstekorten door ziekte, vakantie, inhaalrust...)
  • Het biedt de ondernemingen een bijkomend instrument om piekmomenten op te vangen
  • Het is een goed instrument om kortdurende (beperkt aantal arbeidsuren) taken of opdrachten te organiseren
  • Het laat toe aan de betrokkene om een extra inkomen te verwerven
  • Het biedt – via gepensioneerde ex-werknemers - een uitstekende oplossing voor de nood aan kennisoverdracht d.m.v. opleiding op de werkvloer