Neen, dit is niet het tijdperk van het einde van de globalisering. Kijk naar de cijfers, en luister niet naar de retoriek
Opinie van 07/03/2023 door Fa QuixMet de toenemende spanningen tussen de twee echte grootmachten van het moment, Amerika en China, wordt al een tijdje ‘het einde van de globalisering’ aangekondigd. De handelsoorlog tussen beide landen, gestart door voormalig Amerikaans president Donald Trump, maar niét teruggedraaid door zijn opvolger Joe Biden, doet vermoeden dat de economische relaties aan het bekoelen zijn. Maar wat zegt de realiteit?
Europa is eindelijk wakker geworden: ze ziet China niet langer alleen als een partner maar ook als een te duchten concurrent én een systemische rivaal.
De realiteit zegt dat de commerciële verwevenheid tussen de VS en China nog nooit zo groot is geweest. Ik citeer De Tijd van 28 februari 2023: “De verwevenheid tussen de VS en China maakt dat beide landen heel sterk van elkaar afhankelijk zijn. Ondanks de spanningen bereikte de bilaterale handel in 2022 recordniveaus. Er werd vorig jaar voor 690,6 miljard dollar aan goederen verhandeld, waarvan 153,8 miljard van de VS naar China en 536,8 miljard in de omgekeerde richting. En dan nog voor de heropening van de Chinese economie na het bijna drie jaar durende zerocovidbeleid, en ondanks de importheffingen die President Donald Trump invoerde op onder meer Chinees staal en aluminium. Opvolger Biden behield die, net zoals de Chinezen hun heffingen behielden die ze als vergelding in het leven hadden geroepen. (…) Zowel de Chinese als de Amerikaanse politieke elites zijn er zich heel goed van bewust dat een complete ontkoppeling zowel gevaarlijk als extreem duur is. Dus proberen ze die te vermijden.”
De rivaliteit tussen de VS en China speelt zich dus vooral op andere fronten af dan de handel en economie: militair en technologisch. Beide grootmachten streven naar militaire en technologische suprematie. En dat leidt inderdaad steeds meer naar een bipolaire wereld... maar vooralsnog niet tot een economische en commerciële ontkoppeling. Want ook als productieland blijft China ‘de fabriek van de wereld’, al wil de propaganda zowel hier als in China ons een ander geluid doen geloven. Nemen we het Amerikaanse topbedrijf Apple, van de iPhones, de tablets en andere gadgets. Die worden nog voor 80 % tot 100 % in China gemaakt, zelfs na de productiestoringen en de logistieke perikelen veroorzaakt door de covidperiode. Andere opkomende economieën proberen nu garen te spinnen bij die geopolitieke spanningen en een deel van de koek naar zich toe te trekken, zoals India. Maar in realiteit slagen ze er nauwelijks of niet in betekenisvolle productie uit China weg te halen. China is en blijft een industriële supermacht.
Dat hebben we in onze textiel-, hout en meubelindustrie ook al lang ondervonden. Vaak tot onze schade, want we zijn heel wat productie aan China kwijtgespeeld, en niet altijd op een marktconforme manier. Kopie en dumping zijn in China schering en inslag. Maar tegelijk mogen we hun industriële kracht niet onderschatten. Ze werken er met de modernste machines, in zeer efficiënte fabrieken, gebouwd met goedkoop geld, en draaiend met hardwerkend en hoogopgeleid personeel. Met het einde van het zerocovidbeleid eind 2022 mogen we ons aan een nieuw invoeroffensief verwachten. China is zelfs zodanig dominant geworden dat ook bij ons heel wat bedrijven afhankelijk zijn geworden van Chinese halffabricaten en toelevering. Bv. Kleurstoffen, synthetische vezels en garens in textiel; bepaalde meubelen en accessoires in de woningbranche.
We moeten er alles aan doen om zoveel mogelijk productie hier in Europa te houden. Dat vergt een gepast industrieel beleid. En Europa is eindelijk wakker geworden t.o.v. China, veel te laat eigenlijk: ze ziet China niet langer alleen als een partner maar ook als een te duchten concurrent én een systemische rivaal. Strenger toezien op Chinese investeringen in de EU en op verdachte invoer is noodzakelijk. We zullen evenwel altijd en steeds met China moeten rekening houden. In de onderlinge relaties moet er ook een ‘win’ voor ons in zitten: meer marktopening in China, maar ook bevoorrading in grondstoffen, halffabricaten, onderdelen, enz. Onze textiel-, hout- en meubelbedrijven weten dat. In onze enquêtes die we regelmatig houden, hebben de bedrijven aangegeven dat de internationale aanvoerketens zeer robuust zijn. En dat zelfs een pandemie en/of een logistieke crisis daar fundamenteel niets aan verandert.
Het is dus zaak dat we door de holle politieke retoriek van ‘een uiteenvallende wereld’ of ‘de-globalisering’ heen kijken, en altijd de realiteit voor ogen blijven houden. En die realiteit is dat de economische internationalisering nog lang niet op haar retour is. Maar dat betekent niet dat we China zomaar zijn gang mogen laten gaan. Integendeel. Het gaat immers niet alleen om ‘free trade’ maar ook om ‘fair trade’.
Fa Quix, directeur-generaal