Alles uit de kast halen om van de Brexit een succes te maken voor onze bedrijven
Opinie van 31/01/2022 door Fa QuixRuim een jaar geleden is het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie gestapt. Met een akkoord. Dat akkoord moest er vooral voor zorgen dat er geen tarieven noch quota zouden komen op elkaars goederenhandel. Maar dat is zo ongeveer het enige positieve ervan. Verder lijkt het toch vooral om een ‘harde Brexit’ te gaan. Dat is nog het meest naar voren gekomen toen kabinetsleden aan Premier Boris Johnson duidelijk maakten dat er nu geen douane-unie meer bestaat tussen het VK en de EU, en we dus echt over ‘export’ en douanebarrières spreken. Johnson reageerde met ongeloof...
We moeten samen, de EU en het VK, naar praktische en werkbare oplossingen streven, en blijven streven.
Dit maakt nog maar eens duidelijk in welk roekeloos avontuur het VK zich met de Brexit heeft gestort. De wederzijdse handel lijdt eronder. In 2021 bleef onze totale export wel ongeveer op peil, maar dat was ten opzichte van het ‘coronajaar’ 2020. Tegenover alle andere landen samen steeg onze gezamenlijke export met bijna een kwart t.o.v. 2020. En ook in die landen werden meestal tijdelijke lockdowns of coronabeperkingen ingevoerd, net zoals in het VK.
Langs Britse kant zijn de exportresultaten nog minder goed (-10 tot -15 % minder export). Boris Johnson wijst ‘Covid-19’ aan als schuldige. Maar steeds duidelijker komt ‘Brexit’ als oorzaak naar boven. Of zoals de Britse ondernemer Annalie Vanhoonacker, die bedden uit België importeert, het formuleerde: “Ik denk dat de pandemie veel heeft gemaskeerd. Pas sinds een halfjaar voel ik welke domino aan problemen de Brexit teweegbrengt.” (De Tijd, 31 december 2021). Zij klaagt vooral over de enorme administratieve rompslomp als gevolg van de Brexit.
Gelukkig waren/zijn onze Belgische ondernemers en hun logistieke partners en de douane veel beter voorbereid dan de Britse, zodat de problemen voor onze bedrijven minder groot bleken. Met dank ook aan Flanders Investment and Trade, de werkgeversorganisaties en onze overheden. Maar dat allemaal kan niet verhinderen dat de Brexit een achteruitgang is tegenover vroeger.
Het grote gevaar voor de toekomst is dat er tussen het VK en de EU een handelsconflict zou ontstaan, dat mogelijk in een handelsoorlog zou kunnen uitmonden. Conflictstof is er genoeg: visserijvergunningen waar Frankrijk en het VK over in de clinch zitten, de handelsstatus van Noord-Ierland, het vertrek van vele financiële diensten uit de City… Johnson kennende zal hij die problemen altijd afschuiven op die ‘stugge Europeanen’. Economisch wint echter niemand bij een handelsescalatie, maar politiek… dat is wat anders.
Onze beleidsmakers moeten bijgevolg alles uit de kast halen om van de Brexit een succes te maken voor onze bedrijven. En dus de weg van het pragmatisme volgen, zoals onze bedrijven dat trouwens elke dag (moeten) doen. Dat betekent dat we samen, de EU en het VK, naar praktische en werkbare oplossingen moeten streven, en blijven streven. Het doel moet zijn om een handelsverkeer te verkrijgen dat zo dicht mogelijk aanleunt bij de situatie van vóór de Brexit, zodat de wederzijdse handel zo vlot mogelijk kan verlopen. Want alleen dan wordt het een win-win voor onze bedrijven én voor die aan de overkant van het Kanaal.
Fa Quix, directeur-generaal